Anti-pestprotocol

 
Onze school is een leefgemeenschap van kinderen, leerkrachten en ouders. Iedereen heeft daarin een taak en een verantwoordelijkheidDe uitspraak van Maria Montessori ‘De vrijheid van de een eindigt waar de vrijheid van de ander begint’ vormt een leidraad voor het omgaan met elkaar op onze school. Wij gaan uit van gelijkwaardigheid en wederzijds respect voor elkaar. Hiervoor bieden wij de kinderen meerdere handvatten in ons onderwijs.
 
Helaas komt pesten op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en serieus willen aanpakken. Pesten is niet hetzelfde als plagen. Bij plagen zijn de machtsverhoudingen gelijk. Plagen is vriendschappelijk bedoeld, er wordt de ander geen schade berokkend. We merken dat kinderen soms niet goed het onderscheid weten tussen pesten en plagen. Plagen is onschuldig bedoeld en overkomt iedereen wel eens. Een kind moet daarmee leren omgaan. Het is aan de leerkracht en de ouders om de kinderen het verschil tussen plagen en pesten duidelijk te maken en de grens beide aan te geven.

Pesten bestaat volgens ons uit de volgende kenmerken:
Wij hebben niet alleen aandacht voor het pesten op school, maar ook voor het pesten buiten school waarbij klasgenoten betrokken zijn.
 

Preventie 

Binnen onze school  is er op verschillende manieren aandacht voor de omgang met elkaar.
Het doel hiervan is, naast het creëren van een goede sfeer in school, pesten te voorkomen.
De middelen die we hiervoor gebruiken zijn:
   

Signalering

 

Maatregelen

Wanneer een leerkracht gesignaleerd heeft dat een kind gepest wordt, of wanneer een leerkracht hiervan signalen krijgt van ouders of collega’s worden de volgende stappen ondernomen:
   
Achtergronden bij ons handelen n.a.v. de aanbevelingen van Martine Delfos in haar boek De schoonheid van het verschil:
 
Gedragsverandering: straf, beloning en uitdoven
  1. Door middel van corrigerend optreden en straf kan gedrag gestopt worden en wordt de kans op het gedrag kleiner als de pakkans groot is. Maar het kind leert geen nieuw gedrag en leert geen ongewenst gedrag af.
  2. Nieuw gedrag kan alleen geleerd worden door het positief te bekrachtigen. Bekrachtigen kan door middel van een beloning, zowel materiaal als immaterieel, met name het versterken van het zelfbeeld. Om gedrag te leren moet het in eerste instantie iedere keer bekrachtigd worden, Is het eenmaal geleerd, dan kan het versterkt worden door het variabel te bekrachtigen, soms wel en soms niet. Het gedrag moet dus vanuit de aanleg mogelijk zijn.
 
Algemeen advies aan ouders:
Informeer je over pesten via literatuur en internet (o.a. www.pestweb.nl).

Adviezen aan ouders van kinderen die pesten:  
Adviezen aan ouders van gepeste kinderen:  
Adviezen van ouders aan meelopers: